Op 12 januari hebben we het avondmaal gevierd. Een bijzondere viering. Bij de viering kon iedereen een steen meenemen en deze op de avondmaals tafel achterlaten.
In de preek voorafgaand aan het avondmaal zei ds. Stolper hierover:
Jullie hebben het aanbod gekregen van een steen, misschien een steen genomen, en anders kun je straks nog altijd een steen nemen als je naar het avondmaal gaat.
Waarom een steen? Ten eerste wilde ik eigenlijk dat het een hele grote steen was. Mijn steen is al iets groter, maar liefst had ik hier een steen die je bijna niet kon dragen, waaronder je gebukt gaat, zwaar en heftig. Jullie hebben een klein steentje gekregen, maar maak dat nu maar in je hoofd een enorme steen. Deze steen staat in deze dienst heel centraal, het staat symbool voor alles wat er mis is in ons leven, voor onze zonden, onze pijn en onze gebrokenheid. Het staat ten diepste voor onze identiteit die steeds weer los van God is.
De steen staat ten diepste voor wie jij bent. Want zonde is niet iets buiten ons, wij zijn zonde.
Ik hoop dat je intussen iets voelt van het gewicht van de steen, het is een enorme last om die steen mee te moeten dragen, dag na dag. Het is de last van nooit goed genoeg zijn, van telkens weer proberen. Kijk naar de steen in je hand en zie het, zie het bij jezelf. Zie jouw steen en zie wat er tussen jou en God staat.Ik hoop dat jullie deze steen kennen, dat je het voelt, dat het een last is in je leven, de moeite, de pijn, de strijd om iemand te zijn, het altijd en eeuwige verlangen naar meer.
Vandaag nodigt Christus jullie uit naar de tafel, de bijbel noemt het de tafel van de Heer. Hij is de gastheer en hij zegt: kom naar mij, allen die vermoeid en belast zijn. Kom naar mij, zegt de Heer, met je steen.
Christus zegt: kom naar deze rafel, maar je mag enkel komen als je je steen meeneemt, want deze tafel is niet een tafel van gezonde mensen, het is een tafel van steendragers. Kom dus, maar kom niet met lege handen, erken je zonde.
En dan: kom aan tafel en laat je steen los, laat hem gaan. Leg hem straks op de tafel neer en laat hem daar liggen. Dat is nodig, daarvoor gaan we aan het avondmaal. Dat jij zegt: Here God, ik kan mijzelf niet dragen, ik kan niet verantwoordelijk zijn voor wie ik ben, ik kan niet de last van mijn eigen zonde dragen, ik geef het aan u, want u bent God. En daarom leg ik het op uw tafel neer. Want enkel U kan mijn lasten dragen. Here vergeef mij, red mij, draag mijn zonde voor mij en draag mijn gebrokenheid, draag mijn hele bestaan. Geef mij een nieuw leven!
De stenen van de avondmaalstafel zijn aan de voet van het kruis gelegd. Een aantal gemeenteleden heeft zo symbolisch de verbinding tussen avonmaal en pasen weergegeven.